Eind vorig jaar bleek dat de koers voor het bedrijf niet uitvoerbaar is. De instroom van nieuwe mensen is veel minder dan verwacht. Ook hebben de hoge energieprijzen invloed gehad op het niet halen van de doelstellingen, waardoor de toekomst van het bedrijf onder druk staat. Er moet daarom wat gebeuren.
Samenwerking
De gemeenten, die eigenaar zijn van de sociale werkvoorziening, willen de samenwerking opzoeken met ondernemers, zorgaanbieders en andere partijen om levensvatbaar te blijven voor de toekomst. Maatwerk moet centraal staan. “Als iemand die nu bij de NLW werkt, graag in de groenvoorziening actief is, moet dat kunnen”, aldus verantwoordelijk wethouder Roy Bouten van de gemeente Horst aan de Maas. Voor elke medewerker moet een passende plek worden gevonden binnen het netwerk van de gemeenten. Daarbij is denkbaar dat de twee grote locaties van de NLW in Panningen en Venray de deuren sluiten en dat inwoners straks werken op kleine locaties in de gemeenten.
Geen grote investeringen
“Wij willen dat de NLW-voorziening niet alleen nu goed haar werk kan doen, maar dat het ook in de toekomst blijft”, legt Bouten uit. Wel zal er kritisch naar de kosten gekeken moeten worden. Voor de korte termijn vragen de gemeenten aan het bedrijf dan ook om geen grote investeringen te doen. De koers voor de langere termijn moet daarna worden vastgesteld. Hoe lang dat gaat duren, is niet duidelijk. Wethouder Machteld Beukema geeft aan dat dit wel eens een jaar kan duren. “We willen het met zorgvuldigheid onderzoeken.”
Onzekerheid
De werknemers zijn dinsdagmiddag op de hoogte gebracht. Er waren veel vragen. “Bestaat de NLW nog wel over tien jaar?”, vroeg een van hen zich af. De wethouders stelden ze gerust met het bericht dat iedereen die er nu werkt, ook kan blijven werken. Toch erkennen de wethouders dat er onzekerheid is. “Er ligt nog geen plan voor de toekomst. Het is geen gemakkelijke puzzel”, aldus wethouder Machteld Beukema van Peel en Maas.
Gemeenteraden
Voor het zomerreces wordt in de gemeenteraden besproken of het nieuwe plan uitgevoerd kan worden. Daarna kan een nieuwe koers worden bepaald en wordt duidelijk hoeveel geld er vanuit de gemeenten extra naar de sociaalwerkvoorziening moet.