Inwoners van Groningen zijn gemiddeld het meeste van hun inkomen kwijt aan de energierekening (23,6 procent) blijkt uit onderzoek van energiebedrijf Zonneplan, op basis van gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Grote huizen, laag inkomen
Zonneplan berekende per gemeente en provincie de gemiddelde maandelijkse energiekosten. Deze werden afgezet tegen het gemiddelde inkomen per huishouden. Dit cijfers werd wel gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling.
Friesland en Drenthe hadden net als Groningen een energiequotum van meer dan 22 procent. In de noordelijke provincies staan relatief gezien meer grote en oudere huizen. Ook ligt het inkomen hier gemiddeld lager.
Energiearmoede
Flevolanders komen er het genadigst van af, concluderen de onderzoekers. In de jongste provincie van Nederland, waar huizen ook veel minder oud zijn, ging het om 15 procent van het inkomen dat overgemaakt wordt aan de energieleveranciers. Zonneplan benadrukt dat bij een percentage van meer dan 10 procent er al sprake is van zogeheten energiearmoede. Daarmee is voor alle provincies de situatie financieel ongezond.
Bergen
Op gemeenteniveau zijn binnen Limburg inwoners van Bergen het grootste deel van hun inkomen kwijt aan gas en stroom. Het gaat hier om gemiddeld 24,3 procent. Ook in Beekdaelen (23,5 procent) en Vaals (23,4 procent) ligt dat percentage hoog.
In Kerkrade houden inwoners in absolute zin het minste geld over na het betalen van de energierekening, namelijk 1779 euro. In Heerlen ligt dat bedrag net iets hoger, met 1793 euro.
In Amsterdam is de energiequote met 13,7 procent het laagst van heel Nederland. In de hoofdstad zijn huizen in doorsnee klein, terwijl het inkomen relatief hoog is. Slechts drie gemeenten in de top 25 liggen buiten de Randstad. Inwoners van Bloemendaal houden na betaling van de energierekening het meest over.