Door de vingers
TBM begon enkele jaren geleden toen er nog geen natuurvergunning nodig was. Op hetzelfde moment ging de stikstofwetgeving op de schop en ontstond het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Daardoor zag de provincie het door de vingers dat de biomassacentrale geen natuurvergunning had, met de intentie dat het later alsnog een correcte vergunning zou krijgen.
De biomassacentrale is gevestigd in de buurt van de Maasduinen, een beschermd Natura2000-gebied. De installaties zijn bedoeld om een duurzaam alternatief te bieden voor de grote vraag naar aardgas. Sloophout en snoeiafval wordt in ovens verbrand, wat stoom oplevert en daarmee warmte voor tuinbouwkassen. De stoom wordt ook gebruikt om stroom op te wekken door turbines.
Hoger beroep
MOB, waar milieujurist Johan Vollenbroek voorzitter van is, vond het gedoogbeleid onacceptabel en stapte naar de rechter. Die stelde de actiegroep in het gelijk: de provincie moest opnieuw beslissen over optreden of gedogen. Omdat het dat met het oog op de nieuwe regelgeving niet wil, gaat het in hoger beroep.
De Wet natuurbescherming, tegenwoordig de Omgevingswet, geeft aan dat illegale omstandigheden zoals die bij TBM in februari 2025 opgelost moeten zijn. Die termijn was echter nog niet bekend toen de provincie in 2021 het gedoogbesluit nam. Door in hoger beroep te gaan koopt de provincie als het ware tijd tussen een eventuele dwang door de rechter en de oplossing voor het werken zonder vergunning.
Handhavend optreden
Het verzoek van MOB is om de provincie Limburg handhavend op te laten treden. Zo kunnen er bijvoorbeeld dwangsommen worden opgelegd aan de exploitant van de biomassacentrale, omdat er zonder vergunning wordt gewerkt. De Raad van State behandelt het beroep donderdag. De uitspraak wordt over twee weken verwacht.