De vader van Peter Peeters was nog een jonge man toen hij werd opgeroepen voor militaire dienst en uitgezonden naar Nederlands-Indië. Zoals vele anderen vertrok hij met het idee dat hij daar ‘orde en vrede’ moest brengen in de kolonie die streed voor onafhankelijkheid. De werkelijkheid bleek veel complexer. De gevechten tegen Indonesische onafhankelijkheidsstrijders, de onzekerheid en het tropische klimaat eisten hun tol op de jonge soldaten.
Volgens Peeters sprak zijn vader weinig over de gruwelen die hij had gezien en meegemaakt. "Het enige wat hij zei, was dat het een vuile oorlog was, waarin niemand echt wist wat goed of fout was," vertelt Peeters. "Hij had vrienden verloren, maar ook dingen moeten doen waar hij later mee worstelde."
De terugkeer naar Nederland
Toen de troepen in de jaren vijftig werden teruggehaald, kwamen veel veteranen terug in een land dat weinig begrip toonde voor hun ervaringen. Er was geen sprake van een heldenontvangst. In plaats daarvan was er schaamte en stilte. "Mijn vader had moeite om zijn plek te vinden," zegt Peeters. "Er was geen psychologische hulp of opvang, en dus stopte hij alles weg."
Die verdringing had zijn weerslag op het gezin. "Mijn vader kon soms heel gesloten en onbereikbaar zijn. Soms had hij nachtmerries, maar als we vroegen wat er was, wuifde hij het weg. Het was duidelijk dat hij het verleden niet onder ogen kon of wilde zien."
Erkenning en verwerking
Pas decennia later kwam er langzaam meer aandacht voor de veteranen van de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog. Toch bleef het voor Peeters’ vader moeilijk om over zijn ervaringen te praten. "Hij vond dat niemand het echt wilde horen. Als hij iets vertelde, was het vooral om duidelijk te maken dat oorlog alleen maar slachtoffers maakt, aan beide kanten."
De erkenning van veteranen en de openheid over het koloniale verleden in Nederland is nog altijd in ontwikkeling. Peeters hoopt dat er meer ruimte komt voor deze verhalen. "We moeten erkennen wat er gebeurd is, en niet alleen de geschiedenisboeken laten spreken, maar ook de mensen die erbij waren."
Met zijn eigen verhaal wil Peter Peeters bijdragen aan die erkenning. "Mijn vader heeft altijd zijn best gedaan om een goed leven op te bouwen, ondanks wat hij had meegemaakt. Hij was een man die leed in stilte, maar zijn ervaringen mogen niet vergeten worden."
Boek
Zijn verhaal staat in het boek ‘43 Meijelsen in de Gordel van Smaragd 1946-1950’. In het boek beschrijft Jos Pouls het wel en wee in de tropen van 43 gewone Meijelse jongens, waarvan de meesten verplicht naar Indië werden gestuurd.