Dat mensen niet graag bezig zijn met de dood is niks nieuws. Maar dat het erg belangrijk is, blijkt nog steeds vaak uit de moeilijke gesprekken na sterfgevallen. Onwetendheid kan bij nabestaanden zorgen voor dilemma's, vragen of spijt. Zelf een keuze vastleggen in het donorregister kan de oplossing zijn. Daarom wordt daar in de Week van het Donorgesprek aandacht voor gevraagd.
Derde niertransplantatie
Een goed voorbeeld uit de praktijk is de 38-jarige Moniek Latten, die bij
Omroep Venlo haar verhaal doet. Op haar zeventiende kreeg zij als nierpatiënte (met nog maar één nier) een uitslag die niemand wil krijgen: haar laatste nier functioneerde ook niet goed. Na een tijdje verslechterden haar bloedwaardes en daardoor namen de klachten toe. “Artsen proberen de nier zo lang mogelijk in leven te houden maar daar zit ook een limiet aan”, vertelde Latten eerder in
de podcast ‘De Omwenteling’.
Dus ontving ze haar eerste donornier van niemand minder dan haar eigen moeder. Helaas bleef het hier niet bij. Later moest ze vanwege complicaties een tweede transplantatie ondergaan, met de donornier van haar tante. Maar ook deze nier leidde uiteindelijk tot complicaties. “Je leeft om die nier heen. Dus je wereld stort in elkaar als deze niet werkt zoals je zou willen.” De oplossing? Nierdialyse. Want voor een derde transplantatie was Latten nog niet klaar.
Nieuw leven
Latten zat ruim tien jaar, drie keer per week, vier uur per behandeling, in het dialysecentrum van VieCuri. Maar vier jaar geleden zette ze zichzelf op de donorwachtlijst. “Ik was er na zes jaar dialyse klaar voor om deze stap te zetten.” En met succes, want sinds negen weken loopt ze rond met een nieuwe postmortale nier. Dit is een nier van een overleden donor en van een voor Latten onbekende persoon. Een bijzondere, maar vooral dankbare ervaring. “Het is heel apart. Je weet dat er ergens anders verdriet tegenover staat, maar ook dat deze persoon levens redt. Ik heb daardoor mijn vrijheid weer terug”, glundert Latten.