Zonder voorbereiding
Wim Daniels schreef het Groot Dictee Der Nederlandse Taal. Onder de deelnemers zaten bekende en minder bekende gezichten. Eén van hen was Erik Nijssen, wethouder in Peel en Maas. Voorbereid heeft hij zich bewust niet, erkent hij. “Ik wil gewoon zien hoe de stand van zaken zonder voorbereiding is, of het niveau goed genoeg is om mijn werk te kunnen doen”, legt hij uit.
‘Ontzettend pittig’
Andere deelnemers gaven na afloop van het dictee aan wat zij lastig vonden. “Ik heb het in twee losse woorden geschreven met twee hoofdletters”, zo doelt een van de deelnemers op een zin die zij moesten opschrijven. Medespeler Peter van der Horst heeft daar zo zijn bedenkingen bij. “Ik heb het met een kleine letter geschreven. Maar er zullen wel meer fouten zijn, ik vond het ontzettend pittig."
Tegenvaller
Ook Anouk Huijs, wethouder in Beesel, was van de partij. Zij bleek vooral moeite te hebben met de details. “Het motiveert in ieder geval om volgend jaar iets beter beslagen ten ijs te komen of me in ieder geval nog eens te verdiepen in de regels die wij kennen in de Nederlandse taal”, aldus Huijs. Gemeentesecretaris Rick Nillesen is zich bewust van een matige score. “Ik heb er genoeg fout gedaan. Dat wilde ik ook graag even testen. We doen natuurlijk steeds meer digitaal en het viel eigenlijk best nog wel tegen om weer eens echt zelf te schrijven”, zegt hij.
Koppeltekens en werkwoorden
Terwijl het napraten en de zelfevaluatie volop bezig is, is de jury druk bezig om de dictees na te kijken. “In plaats van een y is een ie gebruikt”, zo klinkt het. “Die is fout en deze is ook fout”, zegt een ander jurylid. Herman van Megen, een van de juryleden, geeft aan dat er vaak dezelfde fouten worden gemaakt. “Met name de koppeltekens. Wat ons ook opviel, was dat werkwoorden vaak niet aan elkaar geschreven werden.”
Fouten
Twee personen behaalden in Panningen de eerste plek. Peter Peeters en Romy Eijkelenberg waren zondag de beste. Ze zag het al een beetje aankomen, omdat ze om haar heen hoorde dat andere deelnemers meer fouten hadden gemaakt. “Je weet wel dat je minder fouten hebt gemaakt dan anderen, maar je weet het natuurlijk nooit”, zegt Eijkelenberg trots. Ze maakte 15 fouten in totaal, net als Peeters. “De moeilijke woorden waren wel allemaal goed, maar de fouten zaten in het aan elkaar schrijven van werkwoorden.”