Grote afstand
“Ik merk dat de politiek in Den Haag ver van ons af staat, voor veel mensen op grote afstand. Mijn oorspronkelijke idee was om naar Den Haag te lopen om die afstand duidelijk te maken, maar dat is in de tijd tot de verkiezingen lastig”, zo begint Absil. Uiteindelijk vond de Heldense een passend alternatief, nadat ze ontdekte dat de afstand tussen Eijsden en de Mookerheide exact even lang is als tussen de Mookerheide en Den Haag. “In mijn overtuiging begint politiek met luisteren. Op deze manier met mensen een stukje overlopen en op werkbezoek gaan, zo kunnen we ophalen wat er leeft.”
Het gesprek aangaan
De etappe van afgelopen week begon bij Zorgboerderij de Middelhof in Swalmen. Na een korte lunch liep Absil vanaf daar met een aantal partijgenoten richting de Maas in Beesel. Onderweg kunnen mensen haar aanspreken, maar ze gaat ook zelf het gesprek aan. “Je merkt vooral dat mensen het bijzonder vinden om die hele tocht te lopen. Dat wordt gewaardeerd.”
Postkaarten
Na een klein half uur arriveerde de Limburgse politica op de bestemming bij de Maas in Beesel. Terwijl ze genoot van de omgeving, hield ze nog een stapeltje gedrukte postkaarten vast. Die geeft ze mee aan mensen met wie ze spreekt tijdens haar wandeling. “Mensen kunnen hierop hun zorgen, wensen en ideeën kwijt”, zo legt Absil uit. De adresgegevens van het CDA-partijbureau in Den Haag zijn alvast ingevuld, maar mensen kunnen de kaarten ook meteen meegeven of digitaal invullen.
‘Tempo van de ziel’
Tijdens de laatste etappe naar de Mookerheide loopt ook minister van sociale zaken en vicepremier Karien van Gennip mee. “Dan zal ik ook al een aantal van die kaarten uit mijn rugzak halen en met haar kijken wat we ermee kunnen”, belooft Absil, waarna ze voldaan om haar heen kijkt. “We komen echt door prachtige stukjes Limburg. Ze zeggen wel eens: lopen is het tempo van de ziel. Door te lopen heb je andere gesprekken en dan voel je aan den lijve hoe groot de afstand is. Ik denk dat de politiek voor veel mensen zo voelt, op grote afstand”, benadrukt ze nog maar eens.